Saturday 28 July 2012

Dagelijkse dingen

-->


Voor ik in Boudanath aankwam dacht ik elke dag een blogje te maken. Vergeet het maar, er is gewoon te weining tijd. Het programma aan de Summer School is behoorlijk intensief en de vrije tijd die overblijft steek ik in het volgen van de Nepal Tibetan Lhamo Asoociation en zo nu en dan een kloosterritueel. Zo'n blogje als dit kost me ook al gauw twee uur: één uur om het te schrijven en één uur om de foto's erbij te zoeken en het geheel op blogspot te krijgen

...mijn Tibetaanse huisbaas Sonam tijdens meditatie...
Maar ik zal jullie een idee geven hoe een gemiddelde weekdag eruit ziet. Meestal sta ik om zes uur op. Ik zou graag wat langer in bed blijven liggen, maar het straatlawaai is vanaf vijf uur al behoorlijk en als ik een beetje pech heb, dan is mijn huisbaas al vanaf die tijd ook al aan het mediteren, wat gepaard gaat met trompetstoten, getrommel, zang en geluid van belletjes.
Tussen 6 en 8 doe ik een uurtje Tibetaans (grammatica of woordjes). Er is ontbijt en ik was me. Dat wassen is middels een zg. "bucket shower". Er is geen warm water. En soms, zoals de afgelopen dagen, is er helemaal geen water. In dit speciale geval schijnt het dat er een paar dode buffels waren gevonden in het water-reservoir voor deze wijk, zodat dat gereinigd moest worden. In zo'n geval kan ik met een kopje drinkwater en een washandje mijn gezicht en oksels bevochtigen. Tandenpoetsen gaat ook nog net. Gelukkig heb ik vrienden in het Shechen Guesthouse en kan ik daar douchen. Daar werkt de douche zonder mankeren en er is zelfs warm water. Pure luxe.

Van 8 tot 9 is er Tibetaanse grammatica.
Van 9:15 tot 10:15 is er "drill". In de drill zit je met vijven of zessen bij een Tibetaanse instructeur, die korte zinnetjes voorzegt, die met de eerder behandelde grammatica te maken hebben. Die zinnetjes moeten de studenten dan herhalen, eerst gezamenlijk, dan individueel. En dan komen er permutaties in de zinnetjes, een werkwoord of zelfstandig naamwoord wordt vervangen door een ander. Je mag geen aantekeningen raadplegen en er mag geen Engels worden gesproken.
Van 10:15 tot 13 is er pauze, waarbij de mogelijkheid bestaat om tussen 12 en 13 te lunchen in het restaurant van de Shedra.
...alle zomerschool studenten op de eerste dag--zoek mij...
Shedra betekent letterlijk "kloosterschool". En dat klopt aardig, want de school is gevestigd in het klooster van Ka-Nying Shedrup Ling Gompa, dat onder leiding staat van de abt Chökyi Nyima Rinpoche. Hier worden praktijken van zowel de Nyingma als de Kagyu scholen van het Tibetaans Boeddhisme beoefend.
De pauze wordt door de meeste studenten gebruikt om te studeren of om dagelijkse dingen te doen zoals inkopen in de supermarkt of je vuile was weg te brengen of op te halen.
In de grammaticaklas volgen we de opzet van het boek "Manual of Standard Tibetan". We zijn nu zes weken in de cursus en inmiddels bij hoofdstuk 15 aangekomen. We krijgen ook gemiddeld twee keer per week een lijst met ca. 30 Tibetaanse woorden, die je—samen met de behandelde grammatica—moet leren voor de quiz. De quiz is een soort schriftelijke overhoring. Er zijn er twaalf in totaal en het resultaat van de quizzes telt voor 25% mee in je eindbeoordeling.
Het kost mij gemiddeld één uur om 5 woordjes te leren. We zijn nu aangeland bij vocabulaire lijst 12 en op het moment vergeet ik bijna evenveel oude woorden als ik nieuwe aanleer. Hoe heet dat ook weer: de wet van de verminderde meeropbrengst?
...mijn drumleraar Tenzin Namgyal Lama...
Tibetaanse woorden worden niet in Westerse letters geschreven, maar in een uniek karakterschrift, dat in de zevende eeuw is ontwikkeld en sindsdien ongewijzigd is gebleven. Er is een transcriptiemethode, de zg. Wylie-transcriptie, die aan elk onderdeel van een Tibetaanse syllabe een Westerse letter toekent. Je zou dit een letterlijke transcriptie kunnen noemen. Maar die letterlijke transcriptie is niet de manier waarop de woorden worden uitgesproken. Om een voorbeeld te geven: het Tibetaanse woord voor gelukkig is in de Wylie transcriptie skyid-po, maar wordt uitgesproken als kipo. Dat valt nog wel mee. maar wat te denken van bsdad, uitgesproken dè, betekenis: blijven.  Ik leer dus per woord vier dingen: het Tibetaanse karakter, de Wylie transcriptie, de fonetische transcriptie, en de engelse vertaling.

Van 13 tot 14 uur is er weer grammaticaklas. Vrijwel elke dag is er huiswerk.
Van 14:15 tot 15:15 is er individuele les door een Tibetaanse taal-partner. Je krijgt een A4'tje met Tibetaanse zinnetjes, die je moet (proberen te) vertalen. Er moet zo min mogelijk Engels worden gesproken. Soms gaat er wat Tibetaanse conversatie vooraf aan het vertaalwerk.
De meeste studenten blijven daarna nog wat hangen in het Shedra restaurant, om wat te studeren of huiswerk te maken, e-mails te bekijken of een brownie met koffie te nemen.

Op maandag, woensdag en vrijdag van 17 tot 18 uur ga ik naar het gebouw van de Nepal Tibetan Lhamo Association, voor les in de drum-patronen van de Tibetaanse Opera.

Tussen 18:30 en 19:15  ga ik vaak naar naar de cham chod in het naburige Nyingma klooster van Lama Wangdu. Chod is een meditatieritueel in het klooster en het is er heerlijk ontspannend, ik neem altijd een lijstje Tibetaanse woordjes mee om te repeteren. Cham is een dansritueel dat op de binnenplaats van het klooster wordt opgevoerd. In principe is het de ene dag chod en de andere dag cham, maar als het regent, en het regent vaak want het is moesson, dan wordt de cham overgeslagen en is het weer gewoon chod in de grote zaal van het klooster.
...met een sigaartje en een pot olijven in de avondschemering...

Tijdens een mooie avondschemering ben ik een paar keer naar het (platte) dak van het appartementencomplex —waar ik woon— gegaan, om naar de zonsondergang te kijken en daarbij een Italiaanse Toscane Antico te roken en olijven te eten. Het ritueel van sigaren roken en olijven eten maakt me buitengewoon gelukkig en voer ik veel te weinig uit. Thuis in Leiden wordt direkt over de sigarengeur gemopperd, zelfs als ik buiten op het balkon rook.

Om 20 uur krijg ik het avondeten van mijn Tibetaanse amala (lett. "moedertje"), waar ik gehuisvest ben. Het wordt hier donker rond 7 uur 's avonds en de winkels gaan om 9 uur 's avonds dicht. Het wordt niet aangeraden om na negenen nog op straat te zijn, vanwege de wilde honden.
Na het avondeten blijf ik dus thuis, lees nog wat, kijk een aflevering van Star Trek Voyager (die ik op een meegebrachte externe harde schijf heb staan) en ga rond tienen slapen.


Maar in het weekend
ga ik los als een tijger
van changkang* naar kroeg.

• changkang is het Tibetaanse woord voor bierhuis.


Saturday 14 July 2012

Sherpa wedding



-->


This entry—as an exception—in English.

July 6 is the Dalai Lama's birthday. For the Tibetan community, this is considered an auspicious day and a day for celebration.
Not so for the RYI summer school students: they have no day off, but are expected at school at 8 am. The Nepali authorities are very much afraid for Tibetan political demonstrations, and the RYI staff in no way wants her students to get involved in any way.
The Kathmandu Lhamo Association has planned two days of cultural celebrations on the courtyard of the Srongtsen School. On  July 6 a song and dance celebration is planned, while July 7 is for a Lhamo (Tibetan Opera) performance.
My class ends at 10:15 a.m., and at 10:30 a.m. I was at the Srongtsen School. Nobody there.
...drinks and snacks...
I found out later that the Lhamo Association had had to apply for permission for these activities with the Nepali authorities. At the last moment the authorities decided not to grant permission for activities at the Srongtsen School, because that place was considered too large and they were afraid that the activities might get out of hand. So at the last moment it was decided to move the activities to the Chopsang Monastery in Jorpati, a seemingly somewhat smaller place, for which permission could be granted. Everybody within the Tibetan community had heard about these changes through the grapevine. Not me, though. But the doorman at the Srongtsen School told me about it, and I took a taxi to the Chopsang Monastery.
Chopsang Monastery's entrance is after 100 meter at the end of a small side-alley to Boudha Main Road. To the right and left of the alley were easily some hundred Nepali MP with riot gear and shields. But they were laughing with passers-by, which made the impression much less frightening.
...double scotch on the rocks...
The inner yard of Chopsang Monastery to me didn't look much smaller than that of the Srongtsen School, and there were easily some thousand or more people gathered. I listened to speeches for a while, found it hard to find a place to sit and watch the proceeding, and as I had no clue when the song and dance were about to start, I decided to leave. My main interest lay with the Lhamo performance of the next day anyway.

But strolling back on the Boudha Main Road, my attention was drawn by Brass Band music sounds, coming from the back of another alley. I followed my ears to find a band playing at the entrance of a mansion, the clarinet player contorting himself into the most incredible antics. I took my film camera and filmed a bit, until I was approached by a man, who stood bythe entrance and who invited me in. Het told me there was a Sherpa wedding going on inside, and I would be very welcome to join the party. The puja (thanksgiving to the Gods) ceremony had just been finished and the ceremony proper by the lama was about to start.

The Sherpa are a Tibetan ethnic group, originating in Nepal and living in the area around Solukhumbu at the foot of Mount Everest.

I was guided to a round table at the back, and before I knew what happened, I had a double scotch on the rocks in front of me. At 11:15 a.m.!
I happened to have a kurta (a light and fairly neat Indian shirt) in my backpack, and donned that quickly over my smudgy T-shirt.

But this is the story of my life. My curiosity (or maybe just my innocence) has often led me into strange and wonderful situations. I have always been at the right spot at the right time. Who could have expected at my birth that so many fantastic and unexpected things would happen to me. Even my birth was a most wonderful experience.
After spending an hour or so at the wedding, talking to various people, and being offered the white silk khatag welcoming shawl, I had to leave, as my next class was due at 1:00 p.m. My friend at the entrance told me that this was the bride's house, and that the festivities would continue there until 4:00 p.m., after which the party would go to the groom's house for more music, drinks, dance, and dinner.
So I asked, "What about if I come back before 4:00 p.m., can I still join the festivities?" "Sure", he said, "come back whenever you like".

I couldn't wait till class was finished at 3:15 p.m. I hurried back to the wedding, but was delayed a bit, and arrived at the bride's place just before 4:00 p.m.
The band was just marching through the alley to Boudha Main Road, followed by cars with the wedded couple and assorted family and an assortment of walking wedding guest (see film: my apologies for the bad quality, this is blogspot's work, the original is of much better quality). "Too late", it flashed through my mind. I followed the band to Boudha Main Road, where they walked on for some 100 meters, causing a traffic jam in the meantime. I saw wedding guests disappearing into various waiting cars, and when all wedding guests were seated in their cars, the band stopped playing and was about to board a mini-van. I strolled up to them, having gottten acquainted a few hours earlier, and asked if I could hitch a ride. No problem. If 22 persons would fit in a Toyota mini-van, 23 would also fit. I spent a 25 minute ride, standing on the footboard, bent double with cramps, exchanging chitchat with musicians half my age, until we arrived at the groom's house in the Bhatbhateni part of Kathmandu. There the band marched in formation to the ramp leading to the groom's house, followed by the married couple and the wedding guests. (Here is a youtube-link with hopefully a better screen quality than the previous gruesome blogspot video:
-->http://youtu.be/GQ-Ypvf50hU). At the top, we were awaited by several girls, one holding a cup with flour, the others cups with various foods. Each guest made a blessing with the flour, then accepted bits of food from each cup.

The groom's father's house was another large mansion. Drinks and snacks were served on the patio, while there was room for dancing on the roof terrace. I found a group of middle-aged men, all speaking excellent English, with whom to spend time. The groom's dad joined us for a while. I thanked him heartily for having me—an outsider—as a guest to his son's wedding. He smiled politely: "My pleasure".
Wedding guests at the groom's house.
The house was huge and exquisitely furnished. In the staircase framed pictures hung on the walls. One I remember, a picture of mountaineer and first Mt. Everest conquerer Edmund Hillary, signed and autographed "To my friend, from Ed Hillary". I later found that the groom's dad held a post as secretary-general at one of the ministries.

So there I was, enjoying myself, talking, eating, drinking. At the end I was even given a ride back to Boudanath by some wedding guests. But to my regret I have not spoken to bride and groom, I cannot even distinctly remember having met them at all.
The party would continue the next couple of days at a golf resort in the mountains above Kathmandu. The next around 200 guests, most of them immediate family, had been invited. The day after that another 1000 guest were expected.  
I spent my next day at the Tibetan opera performance of the Lhamo Association.  But that's another story.





Saturday 7 July 2012

Zintuigen

-->


smog (in de verte)


Boudanath is een aanval op de zintuigen.  Geluiden, kleuren, geuren.
Het is nooit stil. 's Nachts hoor je de honden en als je in de buurt van een klooster woont de teleskooptrompetten die met hun geluid als vrachtwagenclaxons door merg en been gaan. En in de moessontijd hoor je 's nachts de regen op de daken kletteren. En als het niet regent hoor je de krekels.
In de nauwe straatjes van Boudanath worden de wandelaars voortdurend opgeschrikt door getoeter van motorfietsen. En er zijn ontzettend veel motorfietsen, dus is er ontzettend veel getoeter. Maar overdaad schaadt en niemand lijkt zich iets van het getoeter aan te trekken. Evenzo wordt er vrolijk verder getoeterd.
Op de grote doorgaande straten zoals de Boudha Main Road in Boudanath wordt dat geluid nog vermenigvuldigd met geluiden van auto-uitlaten en van de muziek die vanuit de openstaande gevels van winkels komt zweven. Het is één grote kakafonie, die doet denken aan de geluidsoverlast op Times Square op Manhattan, waar een verblijf van een kwartier genoeg is om je tinnitus te bezorgen.
Niet alleen is er op de Boudha Main Road veel lawaai, ook is er veel luchtvervuiling. Er hangt een vaalgrijze smog en ademhalen op straat is er moeilijk. Veel inwoners zie je lopen met een mondkapje, maar ik vraag me af of dat veel uitmaakt, gezien de dubieuze kwaliteit van de mondkapjes en de zo-te-zien grote luchtdoorlaatbaarheid. Veel mensen rochelen en spuwen, ondanks de mondkapjes.
scheppende man
Op veel plekken ruikt het onaangenaam, zeg maar gewoon dat het er stinkt naar urine, vergane etensresten, mest, stof.

De vuilophaal is blijkbaar als volgt geregeld: iedereen gooit zijn afval op straat. Op een gegeven moment is er een vuilberg van zodanige omvang dat er een vrachtauto met open laadbak naartoe wordt gestuurd. Twee mannen scheppen de rotzooi vanaf de straat in de laadbak totdat de berg geslecht is, zo nu en dan een stofstormpje veroorzakend. Intussen is zich twintig meter verderop al een nieuwe berg aan het vormen. Ik zou niet graag een van die scheppende mannen willen zijn.
Op de omloop rond de Grote Stupa, waar geen gemotoriseerd verkeer mag komen, ruik je de etensgeuren van de tientallen restaurants die hier gevestigd zijn. Hier is het heel wat aangenamer en rustiger: geen geuren van luchtvervuiling en verval. Die serene rust wordt nu en dan verstoord door een opstijgen vliegtuig: Boudanath ligt precies in het verlengde van de landingsbaan van vliegveld Kathmandu.
kleurige kloosters en huizen rond de Grote Stupa
De huizen en kloosters die om de Stupa staan heengebouwd zijn allemaal in lichte kleuren beschilderd: oranje, rood, wit en geel. De Grote Stupa zelf is wit en behangen met duizenden blauwe, gele, groene, rode en witte vlaggetjes. De monniken verlevendigen dit kleurspektakel nog met hun wijnrode gewaden en gele of oranje onderhemden.
Vóór een van de kloosters naast de Grote Stupa, de Buddha Gyanguti Gompa, staat een ijzeren tafel met twee etages waarop offergaven zoals wierook en graan verbrand kunnen worden.
offertafel voor wierook en graan
Boeddhistische gelovigen, die 's avonds hun rondjes ("met de wijzers van de klok mee") om de Grote Stupa lopen, worden ongetwijfeld niet alleeen door geloofsijver naar deze plek getrokken, maar ook omdat het hier zo ontzettend leuk is. De toeristen hebben dat ook ontdekt, je ziet er dan ook behoorlijk veel, vaak tegen de keer in lopend. De Nepalese autoriteiten weten het ook. Bij alle toegangen tot de Grote Stupa staan kassapoortjes. Nepali en Tibetanen worden geacht 40 roepies te betalen, toeristen 150 roepies. De Nepali en Tibetanen trekken zich niets aan van de kassa's. De toeristen dokken braaf. Het RYI heeft me een identiteitskaart gegeven, waarmee ik zwaai als een controleur me een kaartje wil aansmeren. Sommigen wuiven me meteen verder, anderen bestuderen de kaart eerst nauwgezet. Meestal loop ik trouwens ook gewoon door. Tenslotte woon ik hier.

Een van de café's aan de Stupa omloop heet Flavors. Het is populair bij de Summer School studenten, o.a omdat er gratis wifi is. Ik zit er wel eens in het weekend te werken, met een pot jasmijnthee. Een deel van het personeel is doofstom. Toen ik eens iets vroeg, en het personeelslid geen antwoord wist, volgde er een spervuur van gebarentaal, waarna het antwoord snel binnenkwm.

Blinden zie ik ook regelmatig. Er zijn blinde bedelaars, van wie over sommige trouwens wordt gezegd dat ze alleen blind zijn als ze bedelen. Zo nu en dan zie ik een treintje blinden voorbijkomen: vier of vijf mensen, de voorste met een peilstok en elke volgende met een hand op de schouder van zijn of haar voorganger. Het heeft iets aandoenlijks.


Scheppende mannen
creëren tijdelijke
orde, dan chaos.

Sunday 1 July 2012

Massage

-->


Lama Wangdu Gompa.
De wijk Thamel, in het centrum van Kathmandu, is bij uitstek de uitgaanswijk en de populairste plek voor toeristen. Het stikt er ook van de massagesalons. Juist ja, van het dubieuze soort. Dat leek me niet de plek om een masseur te zoeken.

Ik ben Sabina op het spoor gekomen via een briefje op het mededelingenbord van het RYI. Het maken van een afspraak in Boudanath heeft altijd wat voeten in de aarde, vanwege het ontbreken van straatnamen en huisnummers in het grootste deel van de wijk. Het beste is om bij een plek af te spreken die je beide kent. Vlak voor 16 u. sta ik voor het Lama Wangdu Gompa ('gompa' betekent klooster), zo'n honderd meter van waar ik verblijf. Er komt een klein vrouwtje aanlopen met een grote schoudertas. Sabina. Ze doet Thai massage aan huis. Ik heb mijn gastouders vooraf gewaarschuwd over de afspraak. 

Sabina
Op het bed wordt een brede doek uitgespreid, waarop ik met ontbloot bovenlijf mag gaan liggen. Rug, armen en schouders worden gekneed, eerst zonder, dan met olie. Au, daar zat een knoop. Ai, daar nog een. En nog ergens een blauwe plek. Mijn rug is er slecht aan toe, dat wist ik, anders zou ik geen massage nodig hebben. De gevoelige plekken worden eerst met de duim, dan met de muis van de hand en daarna met de elleboog bewerkt. Tenslotte gaat ze met haar volle 50 kilo op mijn rug staan en masseert de geknoopte plekken met haar voeten. Sabina legt ondertussen uit wat er aan de hand is. Blijkbaar is mijn linker rughelft niet in balans met mijn rechter rughelft. Ook is de bloedcirculatie verstoord. Met een paar behandelingen moet alles wel in orde gebracht kunnen worden. Ze gaat verder, mijn vingers worden gekraakt, ook mijn rugwervels. Schouders, nek en schedel komen vervolgens aan de beurt.
Na een uur is het gedaan. "Je zou je nu een stuk beter moeten voelen", zegt Sabina. Ik voel me alsof ik onder een stoomwals heb gelegen.

De naakte worstelaars in het Rudas in Budapest, die je op slagersbanken te lijf gaan, zijn nog steeds mijn favoriet masseurs. Maar Sabine komt hoog binnen op de lijst.


Niets zo goed als een
Thai die haar volle gewicht
over je heen walst.