smog (in de verte) |
Boudanath is een aanval op de
zintuigen. Geluiden, kleuren,
geuren.
Het is nooit stil. 's Nachts
hoor je de honden en als je in de buurt van een klooster woont de
teleskooptrompetten die met hun geluid als vrachtwagenclaxons door merg en been
gaan. En in de moessontijd hoor je 's nachts de regen op de daken kletteren. En
als het niet regent hoor je de krekels.
In de nauwe straatjes van
Boudanath worden de wandelaars voortdurend opgeschrikt door getoeter van
motorfietsen. En er zijn ontzettend veel motorfietsen, dus is er ontzettend
veel getoeter. Maar overdaad schaadt en niemand lijkt zich iets van het
getoeter aan te trekken. Evenzo wordt er vrolijk verder getoeterd.
Op de grote doorgaande straten
zoals de Boudha Main Road in Boudanath wordt dat geluid nog vermenigvuldigd met
geluiden van auto-uitlaten en van de muziek die vanuit de openstaande gevels
van winkels komt zweven. Het is één grote kakafonie, die doet denken aan de
geluidsoverlast op Times Square op Manhattan, waar een verblijf van een kwartier
genoeg is om je tinnitus te bezorgen.
Niet alleen is er op de Boudha
Main Road veel lawaai, ook is er veel luchtvervuiling. Er hangt een vaalgrijze
smog en ademhalen op straat is er moeilijk. Veel inwoners zie je lopen met een
mondkapje, maar ik vraag me af of dat veel uitmaakt, gezien de dubieuze
kwaliteit van de mondkapjes en de zo-te-zien grote luchtdoorlaatbaarheid. Veel
mensen rochelen en spuwen, ondanks de mondkapjes.
scheppende man |
Op veel plekken ruikt het
onaangenaam, zeg maar gewoon dat het er stinkt naar urine, vergane etensresten,
mest, stof.
De vuilophaal is blijkbaar als
volgt geregeld: iedereen gooit zijn afval op straat. Op een gegeven moment is
er een vuilberg van zodanige omvang dat er een vrachtauto met open laadbak
naartoe wordt gestuurd. Twee mannen scheppen de rotzooi vanaf de straat in de
laadbak totdat de berg geslecht is, zo nu en dan een stofstormpje veroorzakend.
Intussen is zich twintig meter verderop al een nieuwe berg aan het vormen. Ik
zou niet graag een van die scheppende mannen willen zijn.
Op de omloop rond de Grote
Stupa, waar geen gemotoriseerd verkeer mag komen, ruik je de etensgeuren van de
tientallen restaurants die hier gevestigd zijn. Hier is het heel wat aangenamer
en rustiger: geen geuren van luchtvervuiling en verval. Die serene rust wordt
nu en dan verstoord door een opstijgen vliegtuig: Boudanath ligt precies in het
verlengde van de landingsbaan van vliegveld Kathmandu.
kleurige kloosters en huizen rond de Grote Stupa |
De huizen en kloosters die om
de Stupa staan heengebouwd zijn allemaal in lichte kleuren beschilderd: oranje,
rood, wit en geel. De Grote Stupa zelf is wit en behangen met duizenden blauwe,
gele, groene, rode en witte vlaggetjes. De monniken verlevendigen dit
kleurspektakel nog met hun wijnrode gewaden en gele of oranje onderhemden.
Vóór een van de kloosters naast
de Grote Stupa, de Buddha Gyanguti Gompa, staat een ijzeren tafel met twee
etages waarop offergaven zoals wierook en graan verbrand kunnen worden.
offertafel voor wierook en graan |
Boeddhistische gelovigen, die
's avonds hun rondjes ("met de wijzers van de klok mee") om de Grote
Stupa lopen, worden ongetwijfeld niet alleeen door geloofsijver naar deze plek
getrokken, maar ook omdat het hier zo ontzettend leuk is. De toeristen hebben
dat ook ontdekt, je ziet er dan ook behoorlijk veel, vaak tegen de keer in
lopend. De Nepalese autoriteiten weten het ook. Bij alle toegangen tot de Grote
Stupa staan kassapoortjes. Nepali en Tibetanen worden geacht 40 roepies te
betalen, toeristen 150 roepies. De Nepali en Tibetanen trekken zich niets aan
van de kassa's. De toeristen dokken braaf. Het RYI heeft me een
identiteitskaart gegeven, waarmee ik zwaai als een controleur me een kaartje
wil aansmeren. Sommigen wuiven me meteen verder, anderen bestuderen de kaart eerst
nauwgezet. Meestal loop ik trouwens ook gewoon door. Tenslotte woon ik hier.
Een van de café's aan de Stupa omloop
heet Flavors. Het is populair bij de Summer School studenten, o.a omdat er
gratis wifi is. Ik zit er wel eens in het weekend te werken, met een pot
jasmijnthee. Een deel van het personeel is doofstom. Toen ik eens iets vroeg, en
het personeelslid geen antwoord wist, volgde er een spervuur van gebarentaal,
waarna het antwoord snel binnenkwm.
Blinden zie ik ook regelmatig.
Er zijn blinde bedelaars, van wie over sommige trouwens wordt gezegd dat ze
alleen blind zijn als ze bedelen. Zo nu en dan zie ik een treintje blinden
voorbijkomen: vier of vijf mensen, de voorste met een peilstok en elke volgende
met een hand op de schouder van zijn of haar voorganger. Het heeft iets
aandoenlijks.
Scheppende mannen
creëren tijdelijke
orde, dan chaos.
No comments:
Post a Comment