Saturday, 7 July 2012

Zintuigen

-->


smog (in de verte)


Boudanath is een aanval op de zintuigen.  Geluiden, kleuren, geuren.
Het is nooit stil. 's Nachts hoor je de honden en als je in de buurt van een klooster woont de teleskooptrompetten die met hun geluid als vrachtwagenclaxons door merg en been gaan. En in de moessontijd hoor je 's nachts de regen op de daken kletteren. En als het niet regent hoor je de krekels.
In de nauwe straatjes van Boudanath worden de wandelaars voortdurend opgeschrikt door getoeter van motorfietsen. En er zijn ontzettend veel motorfietsen, dus is er ontzettend veel getoeter. Maar overdaad schaadt en niemand lijkt zich iets van het getoeter aan te trekken. Evenzo wordt er vrolijk verder getoeterd.
Op de grote doorgaande straten zoals de Boudha Main Road in Boudanath wordt dat geluid nog vermenigvuldigd met geluiden van auto-uitlaten en van de muziek die vanuit de openstaande gevels van winkels komt zweven. Het is één grote kakafonie, die doet denken aan de geluidsoverlast op Times Square op Manhattan, waar een verblijf van een kwartier genoeg is om je tinnitus te bezorgen.
Niet alleen is er op de Boudha Main Road veel lawaai, ook is er veel luchtvervuiling. Er hangt een vaalgrijze smog en ademhalen op straat is er moeilijk. Veel inwoners zie je lopen met een mondkapje, maar ik vraag me af of dat veel uitmaakt, gezien de dubieuze kwaliteit van de mondkapjes en de zo-te-zien grote luchtdoorlaatbaarheid. Veel mensen rochelen en spuwen, ondanks de mondkapjes.
scheppende man
Op veel plekken ruikt het onaangenaam, zeg maar gewoon dat het er stinkt naar urine, vergane etensresten, mest, stof.

De vuilophaal is blijkbaar als volgt geregeld: iedereen gooit zijn afval op straat. Op een gegeven moment is er een vuilberg van zodanige omvang dat er een vrachtauto met open laadbak naartoe wordt gestuurd. Twee mannen scheppen de rotzooi vanaf de straat in de laadbak totdat de berg geslecht is, zo nu en dan een stofstormpje veroorzakend. Intussen is zich twintig meter verderop al een nieuwe berg aan het vormen. Ik zou niet graag een van die scheppende mannen willen zijn.
Op de omloop rond de Grote Stupa, waar geen gemotoriseerd verkeer mag komen, ruik je de etensgeuren van de tientallen restaurants die hier gevestigd zijn. Hier is het heel wat aangenamer en rustiger: geen geuren van luchtvervuiling en verval. Die serene rust wordt nu en dan verstoord door een opstijgen vliegtuig: Boudanath ligt precies in het verlengde van de landingsbaan van vliegveld Kathmandu.
kleurige kloosters en huizen rond de Grote Stupa
De huizen en kloosters die om de Stupa staan heengebouwd zijn allemaal in lichte kleuren beschilderd: oranje, rood, wit en geel. De Grote Stupa zelf is wit en behangen met duizenden blauwe, gele, groene, rode en witte vlaggetjes. De monniken verlevendigen dit kleurspektakel nog met hun wijnrode gewaden en gele of oranje onderhemden.
Vóór een van de kloosters naast de Grote Stupa, de Buddha Gyanguti Gompa, staat een ijzeren tafel met twee etages waarop offergaven zoals wierook en graan verbrand kunnen worden.
offertafel voor wierook en graan
Boeddhistische gelovigen, die 's avonds hun rondjes ("met de wijzers van de klok mee") om de Grote Stupa lopen, worden ongetwijfeld niet alleeen door geloofsijver naar deze plek getrokken, maar ook omdat het hier zo ontzettend leuk is. De toeristen hebben dat ook ontdekt, je ziet er dan ook behoorlijk veel, vaak tegen de keer in lopend. De Nepalese autoriteiten weten het ook. Bij alle toegangen tot de Grote Stupa staan kassapoortjes. Nepali en Tibetanen worden geacht 40 roepies te betalen, toeristen 150 roepies. De Nepali en Tibetanen trekken zich niets aan van de kassa's. De toeristen dokken braaf. Het RYI heeft me een identiteitskaart gegeven, waarmee ik zwaai als een controleur me een kaartje wil aansmeren. Sommigen wuiven me meteen verder, anderen bestuderen de kaart eerst nauwgezet. Meestal loop ik trouwens ook gewoon door. Tenslotte woon ik hier.

Een van de café's aan de Stupa omloop heet Flavors. Het is populair bij de Summer School studenten, o.a omdat er gratis wifi is. Ik zit er wel eens in het weekend te werken, met een pot jasmijnthee. Een deel van het personeel is doofstom. Toen ik eens iets vroeg, en het personeelslid geen antwoord wist, volgde er een spervuur van gebarentaal, waarna het antwoord snel binnenkwm.

Blinden zie ik ook regelmatig. Er zijn blinde bedelaars, van wie over sommige trouwens wordt gezegd dat ze alleen blind zijn als ze bedelen. Zo nu en dan zie ik een treintje blinden voorbijkomen: vier of vijf mensen, de voorste met een peilstok en elke volgende met een hand op de schouder van zijn of haar voorganger. Het heeft iets aandoenlijks.


Scheppende mannen
creëren tijdelijke
orde, dan chaos.

No comments:

Post a Comment