Saturday 23 June 2012

De Nyingma school van het Tibetaans Boeddhisme

-->
15 juni en volgend


Voor studenten aan een zomercursus van het RYI bestaat de mogelijkheid om thuis bij een Tibetaanse familie te logeren, om zodoende nog meer gestimuleerd te worden zo snel mogelijk het geleerde in praktijk te brengen.
muurschildering in het Lama Wangdu Gompa klooster.

Op 15 juni 's middags is de kennismaking voor de studenten die voor een "home stay" hebben gekozen met hun gastvader. De mijne heet Sonam, is 41 jaar, in Tibet geboren, en na omzwervingen via Goa en Dharamsala al weer meer dan 10 jaar in Boudanath woonachtig. Hij is op de motorfiets en neemt me achterop mee naar zijn huis, dat op 5 minuten loopafstand ligt. Het is ook 5 minuten op de motorfiets, want tussen instituut en huis zijn er 13 verkeersdrempels, de een nog onprettiger dan de ander. Het schijnt Sonam niet te deren. Ik moet het maar als een voorspoedig signaal opvatten, want 13 is in de Tibetaanse beleving een geluksgetal.
Sonam's vrouw heet Amala, letterlijk "Geëerde moeder". Ze hebben twee dochters, van wie de oudste—12 jaar— op school in India is, het schoolgeld gesponsord door een vrijgevige Westerling. De jongste is 9 jaar, heet Tsetan Dolma en is een schattig klein ding, dat meteen tegen me aan komt staan en haar armen om mijn bovenbenen heenslaat. Ik aai haar op het hoofd. Het ijs is gebroken. Verder woont de moeder van Amala ook in huis. Ze is 61 jaar, en vindt dat haar leven erop zit; de tijd die haar nog rest brengt ze door met bidden. Ikzelf vind dat er nog genoeg te doen is, het leven is een geschenk, en ik hoop nog jaren dat geschenk te kunnen uitpakken.
Na een paar dagen komt er een nieuwe huisbewoner, een ca. 16-jarige jongen, die niet aan me wordt voorgesteld, die geen zoon is, en van wie me volkomen onduidelijk is waarom hij er is of wie hij is of wat hij er doet. Later hoorde ik dat hij een soort achterneef was.
Mijn kamer is flink groot, ik denk dat dit normaal de ouder-slaapkamer is, die voor de tijd van mijn verblijf nu voor mij is. Er staat een tweepersoons-bed, een zitbankje, een kast, kapstok en een laag tafeltje. Voor mij genoeg. In de deuropening hangt een doek. Amala vertelt me dat als ik privacy nodig heb, ik de deur moet dichtdoen. Dat werkt goed. In de dagen daarna laat ik de deur altijd open, behalve 's nachts.

Sonam is werkloos, heeft onlangs zijn baan in een fabriek verloren. Het bedrag dat het RYI voor mijn verblijf betaalt is de familie zeer welkom en ik word als een vorst behandeld. Sonam is diep-gelovig en brengt een groot deel van zijn tijd met bidden en mediteren door.
Chod cham.
In het huis is een gebedskamer, waarin een groot aantal kastjes met beelden en afbeeldingen van diverse goden, alsmede de Boeddha uiteraard, samen met een groot aantal rituele voorwerpen, instrumenten en boterlampen.
Sonam is aanhanger van de Nyingma-school van het Tibetaans Boeddhisme. De Nyingma is de oudste school en dateert van de achtste of negende eeuw (nying is het Tibetaanse woord voor "oud"). Een paar honderd meter verderop is een Nyingma-klooster, het Lama Wangdu Gompa klooster, waar Sonam geregeld heen gaat.  Om half zeven 's avonds is daar elke dag een dienst, een zg. "chod" (spreek uit "chö").
Chod is een vorm van rituele meditatie, waarbij degene die hem beoefent zich inbeeldt dat zijn lichaam laag voor laag door boze geesten wordt opgegeten, waarna het lichaam ook weer laag voor laag wordt opgebouwd en na volledig hersteld te zijn is er vrede gesloten met de boze geesten. De visualisaties worden begeleid door zang, gebed en muziek.
Wat ik hier over chod geschreven heb is erg vereenvoudigd, voor diegenen die hier meer over willen weten is er op wikipedia ongetwijfeld veel gedetailleerde informatie te vinden.
Sonam mediteert niet alleen in zijn gebedskamer, maar gaat ook naar het kerkhof om chod te mediteren. Bij voorkeur 's nachts, want, zo vertelt hij me "in het donker word je niet afgeleid en bovendien zijn de geesten 's nachts sterker". "Maar", werp ik tegen, "waarom ga je naar een kerkhof om te mediteren?". "Kijk", legt hij uit, alsof ik een klein jongetje ben (wat ik natuurlijk ook ben in dit opzicht), "de geesten zijn aanwezig op de plek waar de lichamen begraven zijn. Daar is de kracht het sterkst."
Chod, in de grote hal van het klooster.
Ik denk even na. "Zijn geesten niet aanwezig op de plek waar de lichamen gestorven zijn?" "Ja", zegt Sonam, "dat ook".  "Dan", zeg ik, "kun je ook mediteren op een plek waar een heleboel mensen zijn omgekomen, zoals bijvoorbeeld op de plek van een autobom explosie. Of op Ground Zero." Sonam glimlacht, "Dat kan. Maar een kerkhof is beter."
Sonam vertelt me dat er soms veel steekmuggen zijn op het kerkhof. "Is dat niet storend bij je meditatie?", vraag ik. Sonam glimlacht weer. "Nee", zegt hij, "dat helpt bij de visualisaties".

Ik ben inmiddels een paar maal naar Lama Wangdu Gompa klooster geweest voor de chod. Dat is heel rustgevend, ik kan er rustig studeren, niemand die er aanstoot aan neemt. 
De ene dag is er chod, een volgende dag is er repetitie, en er is chod cham. Chod cham is de gedanste vorm van chod en vindt plaats op de binnenplaats, als het tenminste niet regent.
Jonge monnik bezig met kattekwaad.
Het Lama Wangdu Gompa klooster is een klein klooster. De chod meditatie van half zeven 's avonds wordt door misschien 25 monniken gedaan, van wie tweederde jonger is dan 16 jaar. De jongere monniken beschouwen het als een routineklusje. Ze stoten elkaar aan, prikken elkaar in de zij of gooien proppen papier naar elkaar. Sommigen hebben deegballen mee, die ze met precisie naar een slachtoffer aan de overkant gooien. De oudere monniken schijnt het niet te kunnen schelen, zij zijn ook jong(er) geweest.
Tijdens bepaalde stukken van de recitatieve zang, wordt er gebruik gemaakt van tweezijdige trommels met twee balletjes aan touwtjes. Als de trommel heen en weer wordt gedraaid, gaan de balletjes door de middelpuntvliedende kracht in horizontale baan van trommelkant naar trommelkant. De jonge monniken vinden het een sport om elkaar zodanig opzij te duwen dat van iemand het hoofd in de baan van de middelpuntvliedende balletjes van zijn buurman's trommel terecht komt.

Een goed gemikte
deegbal is een groot wonder
voor een kleine monnik.

No comments:

Post a Comment