Meestal zitten de bedelaars hier links en rechts. |
Bedelaars zie je voornamelijk op de
plekken waar toeristen komen. Er zijn vele ondersoorten, die alle één
gezamenlijk doel hebben: geld.
Er zijn gehandicapten, moeders met
baby op de arm, kleine jongetjes, kleine meisjes, kleine meisjes met nog kleinere
meisjes op de arm. Sommige lopen een stukje naast of voor je uit: "Mister,
mister". De kleine meisjes maken jammerende geluidjes: "Mama,
papa". Er zijn monniken die naast de stupa in lotuszit een gebedsmolentje
in de hand draaiend houden, ondertussen mantra's prevelend en een zegen gevend
aan iedereen die een bijdrage in de bedelnap doet. Er zijn mannen met gladde
praatjes, die je mee willen nemen naar een theehuis of een tuin om je hun
verhaal te vertellen, zodat je na een tijdje blij bent als je wat geld kunt
geven om te kunnen ontsnappen. Er zijn er ook die aan de kant zitten, soms
handgebaren makend. In een nauw, naar de grote Stupa leidend steegje, zitten links en rechts veel bedelaars. Het is een flessenhals en een ideale lokatie voor hinderlagen. Op het moment van de foto hierboven had het net geregend en was er geen bedelaar te vinden.
De bedelaars in Boudanath zijn
georganiseerd. Er is iemand die er studie naar gedaan heeft en die ze allemaal
kent. Aan het eind van de dag worden de opbrengsten afgedragen aan een soort
opzichter en iedere bedelaar krijgt een dagvergoeding. Het maakt dus niet uit
of hij/zij veel of weinig ophaalt, het inkomen is verzekerd.
Tijdens de oriëntatieweek aan het RYI
was er een presentatie over het dagelijks leven in Boudanath. Ons werd verteld
dat het ieders vrije keus was om wel of niet geld aan bedelaars te doneren,
maar er werd wel nadrukkelijk gevraagd om in ieder geval niets te geven in de
straten die direkt aan het RYI grensden, dit om ongewenste aanloop te
vermijden. Alle studenten die ik ken houden zich aan deze oekaze. Maar
bedelaars zijn stom of hardleers, die kennen de afspraken niet, en zitten voor
de ingangen van het RYI op de tijdstippen dat studenten aankomen of vertrekken.
"Hé, mister. Namasté".
Sommigen belopen een klein
territorium waar ze de hele dag patrouilleren. Ik heb op zich niets tegen
bedelaars, ze lijken een integraal onderdeel van de maatschappij hier, maar de
patrouillerende soort is hoogst irritant. Wat ze namelijk doen is het voeren
van een onderscheppingskoers. Ze zien je vanuit de verte aankomen, wijzigen hun
koers, zodat je ziet dat ze uiteindelijk vlak voor je de weg blokkeren. Mijn
persoonlijke nemesis is een rasta sikh, die, in de drie weken dat ik hier nu
ben, steeds dezelfde verschoten blauwgrijze tuniek aan heeft. Met
handgebaartjes, de vingers spreidend en weer naar elkaar toe brengend, de hand
als een soort griezelige spin vanaf vlak voor het gezicht tot borsthoogte brengend,
kijkt hij je vragend aan. Totnutoe heb ik hem totaal genegeerd, zelfs niet
aangekeken. Een paar maal wist ik hem via een kwieke zijpas op het verkeerde
been te zetten. Ik zou hem graag "het oog" willen geven, maar ik weet
niet zeker hoe dat hier opgevat gaat worden. Misschien mobiliseert hij dan zijn
bedelaarsvriendjes om mij iets onuitsprekelijks aan te doen. Of —erger nog— laat ze me dwingen me in hun gilde
in te wijden.
Zonder commentaar. |
Maar er zijn er die ik wel wat geef.
In de Boeddhistische en
Hindoeïstische levensopvatting levert het geven van voedsel of geld aan een
ander verdienste op.
Het levert evenzo verdienste op door
een gift te accepteren, omdat je zodoende een ander de gelegenheid geeft
verdienste te verwerven.
Hier is dus sprake van een win-win
situatie. Een gift levert zowel voor degene die geeft als voor degene die
accepteert verdienste op de karma-balans op. Dit verklaart natuurlijk waarom
bedelarij in deze streken zo wijdverbreid en algemeen geaccepteerd is en waarom
iedereen die het kan missen giften doneert, niet alleen aan bedelaars, maar ook
bijvoorbeeld aan kloosters.
Het maken van foto's van bedelaars is
een teer onderwerp. Ongevraagd foto's maken levert agressie op. Ik heb het nog
niet geprobeerd op die manier. Wat wel werkt is eerst een bijdrage in de
bedelnap deponeren en dan vragen of je een foto mag maken.
Bedelaars ontlopen:
niets beter dan jarenlange
hardlooptraining.