11 juni—vertrek
In het vliegtuig krijg ik bij het eten "Dutch Syrup
Biscuits", mag je raden met welke maatschappij ik naar Delhi vlieg. De
stewardessen zijn zeer vriendelijk. Als ik om een pleistertje vraag voor een
blaar, komt er een met vijf pleisters aanzetten. Verder is het de gebruikelijke
kakafonie van huilende en krijsende kindertjes, snurkers en stiekeme
schetenlaters. Het beeldscherm in de stoel voor me meet twee bij anderhalve
tandenstoker, daar ga ik mijn ogen niet aan verpesten. Ik heb één keer
geprobeerd een film op zo'n kabouterscherm in het vliegtuig te bekijken en dat
was geen prettige ervaring.
Als het vliegtuig geland is en de veiligheidsriemen los
gemaakt mogen worden, komt er van verder naar achter in het gangpad een man
aanstormen, die zo'n haast heeft om een paar meter winst te boeken, dat hij
zijn omgeving totaal uit het oog verliest. Vlak voor me komt hij tot stilstand
en zwaait nog wat met zijn ellebogen. Recht in mijn oog. Ik zeg "Thank
you, sir, you must be in a real hurry". Hij geeft hoegenaamd geen reaktie.
Even twijfel ik nog of ik hem een muilpeer terug zal geven, maar ik ben
eigenlijk een heel vredelievend persoon en het blijft bij wishful thinking.
De douanebeambte bij de paspoortcontrole vraag me de open
plek op het immigratieformulier in te vullen, waar ik vakje voor "adres in
India" leeg heb gelaten. Tja, ik was de naam van het hotel vergeten, dat
staat ergens in mijn laptop. Nou ja, dan vul ik maar een fictieve hotelnaam in,
dat controleren ze toch niet. Ik sta op het punt dat te doen, als mij oog op
een bordje valt dat op de balie staat: Namaskar in India. Alle balies blijken
zo'n bordje te hebben. En dan weet ik de naam van het hotel ook weer: Hotel
Namaskar.
op vliegveld Delhi |
Buiten word ik opgewacht door een taxichauffeur. Het
hotel heeft transport voor me geregeld: voor 900 IRP (ongeveer 17 Euro) een
retourtje, dat is dan nog wel zonder tip. De chauffeur mompelt dat een tip wel
5, misschien 10 dollar mag zijn. Ik geef hem er drie en de volgende morgen nog
eens drie en bedenk dat ik eigenlijk veel te vrijgevig ben.
Het is warm en drukkend in Delhi, ondanks dat het bijna
middernacht is. In 30 minuten zijn we bij het hotel. De kamer is een hokje met
twee te korte bedden, een lawaaierige ventilator en een kleine douche en toilet
ruimte.
centrale ontvangsthal van Hotel Namaskar |
Als ik mijn broek uitdoe vooraleer mijn bed in te duiken, valt de camera uit mijn broekzak. Als ik op schade controleer, blijkt dat op het
beeldscherm middenin een strook pixels is uitgevallen, zodat op het beeld een
zwarte streep van boven naar beneden loopt. Als ik de foto's, die ik daarna
gemaakt heb, de volgende dag op de laptop inlaad, blijkt dat het geen gevolgen
heeft: op de foto's loopt geen zwarte streep.
Het comfort van de kale kamer valt me eigenlijk nog wel
mee, het bed is goed en schoon en er zijn geen vervelende insecten. In het bijzonder de douche is 's
ochtends na een nacht zweten zeer zeer prettig.
12 juni
We razen slalommend door het ochtendverkeer van Delhi nar
het vliegveld. Als er hier al verkeersregels zijn, dan ontgaan die me.
Waarschijnlijk geldt hier het recht van de sterkste. Ik zie veel lichte
motorfietsen met op de duozit een dame in amazonezit. Bij de eerste bult in de
weg moet die eraf vliegen.
De procedure op het vliegveld gaat razendsnel. Bij de
ingang worden mijn paspoort en reservering door een besnorde geüniformeerde man
besnuffeld, waarna ik mag doorlopen. Bij de balie van IndiGo voor de vlucht
naar Kathmandu, ben ik direct aan de beurt en word ik vlot geholpen. Ik had rampverhalen gehoord van de overstap op vliegveld Delhi over ellenlange wachttijden
en bureaucratie van mensen die die overstap tegen elke prijs vermeden. Ik vind het alleszins meevallen.
De hal heeft airconditioning en er is een Costa met
cappuccino, die zelfs heel goed te drinken blijkt, in tegenstelling tot veel
van de koffie's op andere luchthavens.
Het vliegtuig naar Kathmandu, dat om 10:55h. gepland
staat, is al bijna vol als ik om 10:15 na de aankondiging "last call"
binnenstap. Neemt niet weg dat er na mij zeker nog twintig volgen.
Kathmandu—Boudha
de grote Stupa in Boudha—1 |
Ik ga in Kathmandu aan het Rangjung Yeshe Instituut een
cursus hedendaags Tibetaans ("colloquial Tibetan") volgen, die acht
weken zal gaan duren en met een examen afgesloten wordt. Als ik het haal krijg
ik er studiepunten voor. De cursus vindt plaats op weekdagen van 08:00 tot
13:00 h. Het instituut verzorgt onderdak voor de studenten bij Tibetaanse
families, die geen Engels spreken, zodat je gedwongen wordt het geleerde zo
snel mogelijk in praktijk te brengen, wil je tenminste met je gastouders
communiceren.
de grote Stupa in Boudha—2 |
In de tijd die niet door studie in beslag wordt genomen,
hoop ik wat onderzoek te doen naar Tibetaanse Opera, oftewel Lhamo, zoals het
officieel heet. Er is in Kathmandu een Lhamo Association en met mensen
daarvan wil ik contact leggen en
ze interviewen over conventies in Lhamo. Berthe Jansen van de Universiteit
Leiden heeft me een contact doorgegeven, en met diegene ga ik beginnen.
Het vliegtuig landt zeker 45 minuten te vroeg, met als
gevolg dat degene die me ophaalt namens het Rangjung Yeshe Instituut er nog
niets is en ik een beetje verloren buiten sta, terwijl ik de taxichauffeurs als
lastige vliegen van me probeer af te slaan. Onbegonnen werk.
Tenslotte komt alles goed en word ik bij het Lotus Guesthouse
afgeleverd, in de wijk Boudha, waar ik de eerste week zal doorbrengen. Die
eerste week is een oriëntatieweek en pas daarna kom ik in een gastgezin.
de grote Stupa in Boudha—3 |
Vanaf het Lotus Guesthouse maak ik een wandeling, langs
de grote Stupa en tientallen souvenirwinkeltjes. Ik word aangesproken door taxichauffeurs,
die buiten de poort naar de grote Stupa op klanten loeren. Ook bedelaars weten
me te vinden; een klein jongetje is heel hardnekkig en gaat precies voor me
lopen, onderwijl achteruit kijkend. "Nee, ik heb je kleine zusje net wat
gegeven."
Een lokale sim-card voor de telefoon krijgen gaat
verrassend vlot. Ik hoef alleen maar een fotokopie van mijn paspoort en de
Nepal-visum pagina in te leveren, een pasfoto, en een formulier waarop ik twee
duimafdrukken moet zetten. De rest wordt voor me ingevuld en 10 minuten later,
na betaling van 150 nepals (de lokale valuta) heb ik een Nepalees
telefoonnummer.
schoenlapper in Boudha |
ATM machines zijn er in overvloed, dus contant geld is
ook geen probleem. Om de hoek is een verhuurbedrijf voor lichte motorfietsen,
waar ik misschien klant ga worden. En ik heb een café met dakterras en gratis
wifi gevonden, waar een grote pot thee (5 koppen) voor 175 nepals te krijgen
is. O, ja, 100 nepalese roepie is ongeveer 1 Euro.
No comments:
Post a Comment